Day 11
An empty breakfast room, marble floor, elegantly set table, a running buffet. All ingredients that Bas will have a good breakfast. This does not happen; the Turkmen food from yesterday is a bit heavy on the stomach. After breakfast we checked out and we bought some food for the road, bread, coca cola and water on the market. Also managed to buy an extra SD card afterwards on a self-made route through Ashgabat to the British Consulate to say "hello" to the British Ambassador: Miss. Thorda Abbott-Watt. She spoke at the official start of the Mongol Rally a week ago in The Czech Republic and we were allowed to come by at all times, so we did that. We were the first, we thought so. She wished us all the luck and we took a selfie and continued the journey to Merv. This is a desert city on the old silk route and in the eleventh century the largest city in the world. In the middle of the desert you would say that all those archaeological structures should be easy to find, which is disappointing. Along the way, while we where driving on the highway another car pulled us over with many hand gestures. A somewhat older but very friendly couple got out. The inevitable question in hands and feet language. Where we came from? When we could explain that we were from the Netherlands, small country next to Germany. They opened the trunk. Just that tension rises because, who knows, a Kalashnikov might appear or chopper axes. But nothing could be further from the truth. A huge watermelon with an equally big smile and handshake with the English text: "Welcome to Turkmenistan !." was all that they wanted to give us before they set off on their way.
Once the archaeological city of Merv was found. We pay for a ticket and can, just like in the Beekse Bergen, enter the centuries-old archaeological park with Pablo. It is in the middle of the day, sweltering hot, we are practically the only one who has this idea and can drive straight toward Mosques, Temples, coldhouses to store meats and tombs. When we put Pablo in front of a beautiful ruin, a car comes up, which is of course a white Toyota. The driver gets out of the car, this time not with a watermelon but a Kippah for Bas. Which means we can go into Mosques and roam freely and respectfully. We look very religious! Very impressive and we drove around for more than an hour. The area was huge!
We continue to the border at Turkmenabad. Everything was well signposted to this city. And in this city, which was heavily under construction, it is still a matter of searching for the right way to the bordertown of Farap. We decide to just drive straight until we feel we should do otherwise. Pablo is still a great attraction and receiving numerous thumbs up. When we stop at a traffic light, there are drivers of other cars who take selfies with Pablo. We are really a sight to see. This makes it easy to ask for directions to the border town of Farap. At the next traffic light, Bas asks a neighboring vehicle for directions to Farab. Full of enthusiasm, this young driver in a very smart, new looking Mercedes decides, when the traffic light turns green, to show the way by driving in front of us. Well, driving… Full throttle, as if we are in a great hurry, this man goes to the right, overtake through the traffic, taking shortcuts for us towards Farap. It is like a race through town! Because Pablo is not as fast as this pimped car, he has to slow down a lot to make sure we are still able to keep up and then he consistently waits left on the road. When a police stop looms up at a roundabout, the driver gives a little extra gas. From his window he tells the police that "his" foreign guests deserve priority. With arm gestures it is therefore indicated that we just have to drive towards the border, which is therefore not far anymore and they let us pass with a smile.
Then the border. Anything special to note? Especially that there were a huge number of trucks. We had to drive past them in a slalom way, these were waiting between the barbed wire fenced-off fences, criss-crossed. There where hardly any other cars at all and as a result we left Turkmenistan at a fairly fast pace, showing passports, stamps, handing in the tracker with all the papers and we were allowed to continue twenty minutes later. At the Uzbekistan border this went slightly different. It soon became clear that I, Bas, had to collect four different stamps. Saskia had to wait on some steps after going through customs. And apart from a handful of truck drivers, it was empty. So Saskia waited on the stairs and was able to give Bas some instructions and directions. A large office with around eight counters was the place to arrange everything. Behind every counter where people who didn't feel like working, let alone help. Some truck drivers where waiting at every counter. I decide to talk to a soldier, show my passport with stamp card and look questioningly. Then I follow the soldier to a counter and I can collect a stamp before the truck drivers. This ritual repeats itself four times. In the meantime, I tried to push myself in front to get a stamp at another counter. This failed of course, with the soldier this went a lot smoother. The soldier only had to do other tasks, fortunately Saskia could always indicate exactly where the soldier was as she had nothing else to do but observe. Our Kazachstan macho skills can in handy again. So through good collaboration we set a new record because in less than an hour and a half the border had passed and we could find a place to sleep along the highway. We were knackered and in dire need of some rest. Tomorrow Buchara and Samarkant were the plan
=================================================================================================================
Nederlands
Dag 11
Een lege ontbijtzaal, marmeren vloer, sjiek gedekte tafel, een lopend buffet. Allemaal ingrediënten dat Bas eens goed gaat ontbijten. Dit gebeurd niet, het Turkmeense eten valt wat zwaar op de maag. Na het ontbijt zijn we uitgecheckt en hebben we op de markt nog wat voedsel voor onderweg gekocht, brood, cola en water. Ook een extra SD kaart op de kop weten te tikken daarna op een zelf bedachte route door Ashgabat naar het Britse Consulaat gereden om ‘hallo’ te zeggen tegen de Britse Ambasadeur: Miss. Thorda Abbott-Watt. Zij sprak op de officiële start van de Mongol Rally een week geleden in Tsjechie en we mochten ten allen tijde langskomen, dat hebben we dus gedaan. We waren de eerste, dat dachten we al. Ze wenste ons alle geluk en een selfie vervolgde wij de reis naar Merv. Dit is een woestijnstad op de oude zijde route en in de elfde eeuw de grootste stad ter wereld. Midden in de woestijn zou je zeggen dat al die archeologische bouwwerken makkelijk te vinden zouden moeten zijn, dat valt toch tegen. Onderweg, nog wel met veel handgebaren staande gehouden op de snelweg. Een wat ouder maar heel vriendelijk echtpaar stapte uit. De onvermijdelijke vraag in handen en voeten taal. Waar we vandaan kwamen. Toen we konden uitleggen dat we uit Nederland kwamen, klein land naast Duitsland. Ging de kofferbak open. Even die spanning, wie weet komen er nu Kalasjnikovs tevoorschijn of hakbijlen, niks is minder waar. Een enorme watermeloen met een net zo grote glimlach en handdruk met de Engelse tekst: ‘Welcome in Turkmenistan!.’
Eenmaal de archeologische stad Merv gevonden. Betalen we voor een kaartje en kunnen we, eigenlijk net als in de Beekse Bergen, het eeuwen oude archeologisch park oprijden met Pablo. Het is midden op de dag, snikheet, we zijn nagenoeg de enige die dit idee hebben en kunnen zo van Moskee, Tempel, badhuis naar koelcel en graftombe rijden. Als we Pablo voor een mooie ruïne hebben neergezet komt er een auto voorgereden, uiteraard een witte Toyota. De bestuurder stapt uit, deze keer geen watermeloen maar een keppeltje voor Bas. We zijn toch op religieus gebied! Erg indrukwekkend en we hebben daar toch een uur rondgereden.
Door naar de grens gereden ter hoogte van Turkmenabad. Tot deze stad stond alles goed aangegeven. In deze stad, die volop in verbouwing was, is het toch nog even zoeken voor de juiste weg naar de grens. Als we bij een stoplicht stilstaan, zijn er bestuurders van andere auto’s die selfies maken met Pablo. We zijn echt een attractie. Dit maakt het makkelijk om de weg te vragen naar de grensplaats Farab. Bij het volgende stoplicht vraagt Bas aan een buurman de weg naar Farab. Vol enthousiasme besluit deze bestuurder, als het stoplicht op groen springt, de weg te wijzen door voor te rijden. Nou ja rijden… Vol gas, alsof we enorme haast hebben, gaat deze man rechts inhalend, slingerend door het verkeer, sluiproutes nemend ons voor richting Farab. Omdat Pablo niet zo snel kan als deze gepimpte auto moet hij af en toe stoppen end at hij dan ook consequent links op de weg. Als even later bij een rotonde een politiestop opdoemt geeft de bestuurder even wat extra gas. Uit zijn raam geeft hij de politie aan dat ‘zijn’ buitenlandse gasten voorrang verdienen. Met armgebaren wordt dan ook aangegeven dat wij gewoon door moeten rijden richting de grens, die dan ook niet ver meer is. Valt daar nog wat over te vertellen? Vooral dat er ontzettend veel vrachtwagens waren. Deze moesten we al slalommend voorbij rijden, deze stonden tussen de prikkeldraad afgezette hekken te wachten, kris kras door elkaar. Turkmenistan uit ging daardoor in een vrij hoog tempo, paspoorten laten zien, stempel, de tracker inleveren met alle papieren en we mochten twintig minuten later alweer door.
Bij de Oezbekistan grens ging dit iets anders. Al snel was duidelijk dat ik, Bas, vier verschillende stempels moest verzamelen. Saskia moest wachten, het was verder op een handvol vrachtwagenchauffeurs na, uitgestorven. Dus Saskia ging wachten op de trap zodat ze Bas wat aanwijzingen kon geven. Een groot kantoor met ongeveer acht balies. Achter elke balie zitten mensen die geen zin hebben om te werken, laat staan te helpen. Bij elke balie zitten wat vrachtwagen chauffeurs te wachten. Ik besluit om een soldaat aan te spreken, mijn paspoort met stempelkaart te laten zien en vragend te kijken. Vervolgens ga ik met een soldaat naar een balie en mag ik voor de vrachtwagenchauffeurs een stempel ophalen. Dit ritueel herhaalt zich vier keer. Inde tussentijd heb ik zelf geprobeerd voor te dringen om een stempel bij een andere balie te bemachtigen. Dit mislukte natuurlijk, met de soldaat ging dit een stuk vlotter. De soldaat moest alleen ook andere taken doen, gelukkig kon Saskia dus steeds precies aangeven waar de soldaat zich bevond. Goede samenwerking dus en een nieuw record want in minder dan anderhalf uur waren de grens gepasseerd en konden we langs de snelweg een slaapplek vinden om te slapen.